Vaak komen romans en verhalen over plattelanders erop neer dat ze pas in de stad zichzelf kunnen zijn en zich vrij voelen.
Dat gevoel heb ik nooit gehad, integendeel. Ik ben altijd een buitenbeentje geweest, op het platteland maar in de stad nog meer.
Ik ben in Amsterdam verschillende keren ergens uit gegooid, omdat ik te veel afweek van de interesses en ideeën die het bestaanrecht van de betreffende bubbel vormden.
In het dorp waar ik nu woon, zijn geen bubbels, daarvoor zijn we met te weinig. Ik hoef alleen maar een beetje aardig te zijn. En dus ga ik om met mensen die veel jonger of ouder zijn dan ik, die soms een heel andere leefwijze, ideeën, opleiding, soort werk hebben dan ik.
Het is verfrissend om niet van tevoren al bij benadering te weten wat het opleidingsniveau en de denkwijze van de anderen in de groep zal zijn. Ik heb regelmatig de meest fascinerende gesprekken over wat iemand doet of gedaan heeft. Dingen waar ik geen idee van had.